Gemeenten bepalen zelf hoe zij boetegeld EBS inzetten
De Vervoerregio Amsterdam legde EBS in 2024 twee boetes op van in totaal € 2,2 miljoen voor tekortkomingen bij de start van de concessie Zaanstreek-Waterland. Het dagelijks bestuur van de Vervoerregio besloot dat dit geld terug moet vloeien naar de reizigers in die regio. Gemeenten in Zaanstreek-Waterland kunnen nu een eigen plan indienen en een deel van dit bedrag aanvragen om hun reizigers tegemoet te komen en de kwaliteit van het openbaar vervoer te verbeteren. Daarmee volgt de Vervoerregio het advies van de adviescommissie Zaanstreek-Waterland op.
De adviescommissie Zaanstreek-Waterland adviseerde het boetegeld naar rato van inwoneraantal over de gemeenten te verdelen. Elke gemeente kan zo zelf bepalen aan welke ov-gerelateerde acties of projecten zij dit geld willen besteden. De Vervoerregio stelt hiervoor deze zomer een subsidiebeschikking op. Tot eind 2026 kunnen gemeenten een plan indienen om aanspraak te maken op hun deel van het boetegeld.
Gerard Slegers, lid van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam: “Ik vind het ontzettend belangrijk dat het boetegeld terugvloeit naar alle reizigers die destijds in de kou hebben gestaan. Ik ben dan ook blij met het advies van de adviescommissie Zaanstreek-Waterland om de gemeenten zelf te laten bepalen aan welke ov-acties of -projecten ze het boetebedrag besteden. Uiteindelijk staan gemeenten dicht bij de reizigers en weten zij het beste hoe zij hen tegemoet kunnen komen.”
Verdeling over gemeenten
De peildatum die is gebruikt voor het bepalen van het inwoneraantal is 01-01-2024. Daarmee is de verdeling van het boetegeld over de verschillende gemeenten als volgt:
Wormerland € 104.367,37
Zaanstad € 1.017.625,95
Waterland € 110.502,54
Purmerend € 600.074,52
Oostzaan € 61.124,77
Landsmeer € 73.527,54
Edam-Volendam € 232.777,31
Voorwaarden
Het geld blijft bij de Vervoerregio op de rekening staan tot een gemeente hier aanspraak op maakt. De aanvragen zijn aan een aantal voorwaarden verbonden. Zo gaat het om een
eenmalige uitgave, moeten zoveel mogelijk busreizigers er baat bij hebben en mag het plan of project niet vallen onder het regulier werk/onderhoud van gemeenten. De projecten moeten vóór 2028 zijn afgerond. Op basis van de gemaakte kosten wordt de subsidie achteraf vastgesteld.
Als er gemeenten zijn die geen aanspraak maken op hun deel van het boetegeld wordt het geld dat overblijft na afloop van de aanvraagtermijn overgeheveld naar het kwaliteitsfonds ov Zaanstreek-Waterland.